JA, ik wil lid worden van de V.V. Stedum of SJO STEO! AANMELDEN

THOS 3 - Stedum 3: emoties horen er bij

Beerta, (Gronings: Beert(e), oorspronkelijk De Beerte) is een dorp in de Nederlandse provincie Groningen in de gemeente Oldambt. Het dorp ligt in de streek Reiderland en telt volgens gegevens van het CBS 2.205 inwoners (2021), van wie ongeveer 400 in de verspreide huizen eromheen.

Bij het kerkdorp Beerta horen de buurtschappen Ulsda en Beersterhoogen, vroeger ook de streekjes Zandhoogte en Kloostergare. Velen van jullie kennen vast wel het liedje van zanger Erwin de Vries, genaamd “Widde Hoeske, Leutje Ulsda”. Het voormalig bordeel in Klein-Ulsda is inmiddels gesloten en ziet er verlaten uit. Het schijnt dat er best veel ‘huizen van plezier’ in deze omgeving zijn. Gelukkig ben ik hier pas achter gekomen nadat ik veldonderzoek heb gedaan ná de wedstrijd, want voor hetzelfde geld waren we er na de wedstrijd beland. Want we wachten nog steeds op een (on)officieel teamuitje. Maar Gert was zaterdag niet mee, dus het was niet leuk geweest als we zonder hem de bloemetjes buiten hadden gezet. En ook hadden we thuis vast het één en ander uit te leggen als we de derde helft in een bordeel hadden gevierd. Die tijd is geweest.

Binnen het dorp zelf worden vanouds het oostelijke deel (Oosterd) en het westelijke deel (Westerd) onderscheiden. Een oude boerderijnaam is Huninga Heerd, nieuwe namen zijn De Meijerij en Reiertje's Hoeve.

Nieuw-Beerta heeft zich in 1665 losgemaakt van Beerta, de kerkelijke goederen en het collatierecht werden in 1680 gescheiden.

De naam Beerta of Beerte betekent 'buurtschap'. Hij is afgeleid van het Oudfriese bere, Middelnederduits būr 'schuur, woning', met de meervoudsuitgang -te. De oorspronkelijke betekenis is dus 'groep huizen, woningen'. De naam is nauw verwant met de uitgang -buren, die in de middeleeuwen als synoniem werd gebruikt, bijvoorbeeld in de naam van het gehucht Uiterburen, dat ook als Uterbeerte werd aangeduid. In oudere teksten is uitsluitend sprake van de uitdrukking in de Beerta, pas na 1850 spreekt men over in Beerta.

Een stukje geschiedenis over een plaats waar we hoogstwaarschijnlijk toch niet meer komen te spelen de komende jaren leek me niet verkeerd. En als je zo eens in de geschiedenis van Beerte duikt wordt het plaatje ook steeds completer. Want ik voelde een bepaalde afstand tussen ons en onze tegenstander op het gebied van communicatie en fatsoensnormen. Waar ik me in het verleden wel eens schaamde voor het gedrag van één of meerdere teamgenoten, viel deze schaamte in het niet na wat ik zaterdag allemaal om me heen zag en hoorde. En dat heeft een oorzaak, lees maar:

De opkomst van het communisme in Beerta is te verklaren door de vergrote economische afstand die aan het eind van de negentiende eeuw al was ontstaan tussen landbouwers en boerenarbeiders. Deze afstand leidde uiteindelijk tot verharde tegenstellingen, gevoed door de ideologie van socialisme en anarchisme.

Verharde tegenstellingen dus. Nou dat hebben we gemerkt. Dat was in de thuiswedstrijd al het geval. Toen dachten we dat het allemaal aan het veld, de wedstrijdbal en de scheidsrechter lag. Maar het gedrag was in Beerta niet anders. Want het is daar blijkbaar gebruikelijk dat je je medespelers de huis vol scheld. Bij een blessurebehandeling aan onze zijde liep een THOS-ser even het veld uit om wat te drinken: “Heej jong, dikke waggeleende, kist nait zo moar het veld oet loop’n hampel. Wie binn’n hier aant voetbaln en anders donderst moar op!” Of als de scheidsrechter (deze beste man op leeftijd was niet iemand van de club, waarschijnlijk wil niemand van de eigen vereniging nog fluiten) floot voor een overtreding of buitenspel: “Potverdomme, bist wel goud bie dien kop?” Het is schijnbaar gebruikelijk aan die kant van de provincie en dus ben ik blij dat we het duel weer achter de rug hebben. Wee reen ervaring rijker en een reden om me nooit meer te hoeven schamen voor mijn medespelers. Wat een keurig gedrag laten wij dan zien. Al zullen veel tegenstanders uit het verleden nu denken dat ik onzin loop te verkopen.

Dan nu even kort over naar de wedstrijd. We misten een drietal spelers wegens trieste familieomstandigheden. En met onze smalle selectie is dat naast de blessures van een tweetal al lastig op te vangen. Gelukkig waren Matthias, Bas, Raymon en Juan bereid gevonden om ons te ondersteunen, zij waren waarschijnlijk ook nog nooit in Beerta geweest en hadden bij thuiskomst wat te vertellen.

THOS begon voortvarend aan hun eerste thuiswedstrijd van dit seizoen. Ja echt waar, hun eerste thuiswedstrijd. En bij het ter perse gaan van dit verslag blijkt ook nog eens dat alle uitslagen die THOS (maar ook HFC ’15) heeft behaald buiten mededinging zijn. Onze competitie is inmiddels gaan lijken op die van een pupillenteam, want eerder deze week heeft Meedhuizen 3 zich terug getrokken. Eerder deed VVS dat ook al, dus we zijn qua stand nog met 8 teams over. Waar gaat dit heen?

Oh ja, THOS begon dus voortvarend en creëerde direct een aantal mogelijkheden, waarvan er zeker één wel in gekund had, maar misschien ook wel meer dan dat. Boelie hoefde eigenlijk niet eens handelend op te treden, want de voorwaartsen uit Beerte verprutsten de kansen zelf door over of naast te knallen. Wij lieten hun het spel lekker maken en probeerden onze momenten te pakken. En dat beviel best als invaller-spits voor de afwezige Siebrand. Die was weer aan het bruinbakken bij zijn chalet in Italië. Ik snap nu wel dat hij en Andries lekker voorin willen staan. Hovius voerde voorafgaand aan het duel de druk op en ik ben erg content dat ik mijn uitverkiezing als spits waar heb kunnen maken. Want een mooie aanval beloonde ik met een voortreffelijk doelpunt, tenminste zo zou Boelie het hebben omschreven als hij in mijn schoenen stond. Maar eigenlijk komt het er op neer dat het een ordinaire intikker werd na goed voorbereidend werk van Bas en Bard. “Heej scheids jong, most fluit’n veur een overtreding vent. Hai het de nopp’n in zien nek stoan! Dit is toch nait normoal! ” Ik was me van geen kwaad bewust en bij het zeggen van “Ik deed niks hoor jongens” kreeg ik als antwoord “Ach donder toch op vent, waist dondersgoud dast hem trapp’n deedst”. Ik maakte me uit de voeten.

Helaas wisten we de voorsprong niet tot de rust vol te houden, want een paar minuten voor de pauze wist één van de rappe mannetjes voorin een onoplettendheid van ons tot doelpunt om te buigen. Een tegenvaller, maar ach er kwam nog een tweede helft.

En met één wissel begonnen we daar aan. Juan verving Clown en dat kwam op een goed moment. Want het veld in Beerte kon wel een rolbeurt gebruiken. De eerste de beste actie van Pluisje was dan ook best lachwekkend toen hij al rollend over het veld tot stilstand kwam. Zijn andere goede actie was een ontzettend verre ingooi, tenminste die had hij in gedachte. De bal gleed echter uit zijn handen, hilariteit alom. Verder kon hij zich lekker uitleven met zijn fysieke spel met als gevolg dat hij bijna iemand over de afrastering duwde. Juan, ik heb wederom van je genoten.

Andere opvallende gebeurtenissen waren de opgelegde kansen voor THOS, Bard die ordinair naar de grond werd getrapt (“Dat was een professionele overtreding, hadd’n joe ook doan!”) en Andries die ons bijna nog naar een overwinning hielp. Verder viel het me op dat Opa gewisseld werd, maar die had waarschijnlijk krampverschijnselen nadat Sjoeke hem steeds op pad stuurt om te gaan wandelen met hun puppy Cooper. Viel me ook al op dat Dick wat kleine oogjes had, de nachten zijn nu ook wat korter uiteraard.

Er werd niet meer gescoord. Wederom werd het 1-1 nadat het in Stedum ook zo eindigde. Twee punten die niet als de 6 van Meedhuizen afgenomen zijn. Gelukkig treffen we HFC ’15 ook nog voor spek en bonen binnenkort. Zaterdag wacht eerst Gruno 6, weer een makkie.